Covenant Protestant Reformed Church
Bookmark and Share

Inleiding over de liturgische formulieren

 

Het meeste van van deze formulieren zijn samengesteld gedurende de reformatie in de 16e eeuw. Het formulier om de Heilige Doop aan de kinderen te bedienen, het formulier om het Heilig Avondmaal te houden, en het formulier om de huwelijke staat voor de gemeente van Christus te bevestigen kwamen eerst uit in de 1566 editie van het Nederlands-talig psalmboekje van Petrus Dathenus (1531-1588). Voor het samenstellen van deze formulieren heeft Dathenus erg geleund op de bestaande liturgies, gebaseerd op de liturgie van Calvijn in Geneve. De gereformeerde kerken hebben deze formulieren in 1568 op het Convent van Wezel aangenomen. Het formulier van de ban of de afsnijding van de gemeente van Christus, het formulier om de dienaars des Woords te bevestigen, en het formulier om ouderlingen en diakenen te bevestigen werden toegevoegd door de Synode van Den Haag in 1586. Het formulier om de Heilige Doop aan de volwassen te bedienen is door de Synode van Dordrecht, 1618-1619 aangenomen.

Een engelse vertaling van deze formulieren, origineel in Nederland bereid voor gebruik door de Engelse en Schotse vluchteling kerken, was later gereviseerd en aangenomen door de Reformed Church in America. Deze vertaling, met minimale revisie en verbetering, was aangenomen door de Synode van de Christian Reformed Church in North America in 1912 en verscheen eerst in de 1927 editie van de Psalter, welke editie door de Protestant Reformed Churches is aangenomen.

De drie vragen voor de openbare belijdenis des geloofs zijn aangenomen door de Synode van de Christian Reformed Church in 1890 en daarna door de Protestant Reformed Churches. Het formulier om de professors van theologie te bevestigen, en het formulier om de zendelingen te bevestigen zijn vroeg in de 20e eeuw samengesteld en hun vertaling aangenomen door de Protestant Reformed Churches toen ze ook de Psalter overnamen.

De Kerkorde van de Protestant Reformed Churches verplicht het gebruik van deze formulieren omdat ze als tweede rangs belijdenisgeschriften gezien worden (zie artikel 4, 22, 24, 58, 62, 76 en 78).